CAMM2 (compression attached memory module) is een heel nieuwe standaard voor geheugensmodules en komt in twee types: CAMM2 gebruikt gewone DDR (double date rate) geheugenchips, terwijl LPCAMM2 gebruik maakt van Low-Power DDR geheugenchips. De connector van beide types is hetzelfde, maar de contactpunten staan anders, waardoor ze onderling niet inwisselbaar zijn. CAMM2 is gericht op high-end laptops zoals gaming laptops en krachtige mobiele werkstations terwijl LPCAMM2-modules bedoeld zijn voor zuinige en lichte laptops.
Vergeleken met SO-DIMM, biedt CAMM2 meerdere voordelen. Het ontwerp is kleiner en dunner en de geheugencapaciteit per module is hoger. Door ze dichter bij de processor te monteren worden hogere datasnelheden en kleinere vertragingen verkregen. Ze zijn bovendien zuiniger, wat interessant is om de batterijautonomie van laptops te verhogen en koelingsproblemen te vermijden.
Daar staat tegenover dat CAMM2 tot 10 keer duurder is dan een SO-DIMM module van dezelfde capaciteit, al kan dat snel veranderen wanneer ze in grotere aantallen geproduceerd gaan worden. Wanneer dat zal zijn is nog onduidelijk. Momenteel zijn er haast nog geen laptops die van CAMM2 gebruik maken - maar de techniek is dan ook nog gloednieuw.
Maar misschien waait de nieuwe wind wel vanuit een heel andere hoek: in juni 2024 onthulde ASRock immers een moederbord met CAMM2-slots. En zo baant de nieuwe standaard zich ook een weg in de desktopwereld, nog voor ze goed en wel bij laptops is doorgebroken.
Type | Benaming | Frequentie |
DDR200 | PC1600 | 200 MHz |
DDR266 | PC2100 | 266 MHz |
DDR333 | PC2700 | 333 MHz |
DDR400 | PC3200 | 400 MHz |
DDR433 | PC3500 | 433 MHz |
DDR466 | PC3700 | 466 MHz |
DDR500 | PC4000 | 500 MHz |
DDR533 | PC4200 | 533 MHz |
DDR538 | PC4300 | 538 MHz |
DDR550 | PC4400 | 550 MHz |
DDR2-400 | PC2-3200 | 400 MHz |
DDR2-533 | PC2-4300 | 533 MHz |
DDR2-667 | PC2-5300 | 667 MHz |
DDR2-675 | PC2-5400 | 675 MHz |
DDR2-800 | PC2-6400 | 800 MHz |
Type | Benaming | Frequentie |
DDR3-800 | PC3-6400 | 800 MHz |
DDR3-1066 | PC3-8500 | 1066 MHz |
DDR3-1333 | PC3-10667 | 1333 MHz |
DDR3-1600 | PC3-12800 | 1600 MHz |
DDR3-1866 | PC3-14900 | 1866 MHz |
DDR3-2133 | PC3-17000 | 2133 MHz |
DDR4-1600 | PC4-12800 | 1600 MHz |
DDR4-1866 | PC4-14900 | 1866 MHz |
DDR4-2133 | PC4-17000 | 2133 MHz |
DDR4-2400 | PC4-19200 | 2400 MHz |
DDR4-2666 | PC4-21300 | 2666 MHz |
DDR4-2800 | PC4-22400 | 2800 MHz |
DDR4-3000 | PC4-24000 | 3000 MHz |
DDR4-3200 | PC4-25600 | 3200 MHz |
DDR4-3600 | PC4-28800 | 3600 MHz |
DDR4-4000 | PC4-32000 | 4000 MHz |
DDR4-4400 | PC4-35200 | 4400 MHz |
Type | Benaming | Frequentie |
DDR5-4400 | PC5-35200 | 4400 MHz |
DDR5-4800 | PC5-38400 | 4800 MHz |
DDR5-5200 | PC5-41600 | 5200 MHz |
DDR5-5600 | PC5-44800 | 5600 MHz |
DDR5-6000 | PC5-48000 | 6000 MHz |
DDR5-6200 | PC5-49600 | 6200 MHz |
DDR5-6400 | PC5-51200 | 6400 MHz |
DDR5-6600 | PC5-52800 | 6600 MHz |
DDR5-6800 | PC5-54400 | 6800 MHz |
DDR5-7000 | PC5-56000 | 7000 MHz |
DDR5-7200 | PC5-57600 | 7200 MHz |
DDR5-7600 | PC5-60800 | 7600 MHz |
DDR5-8800 | PC5-70400 | 8800 MHz |
Deze tabellen doen vermoeden dat bepaalde geheugentypes gelijkwaardig zijn. Zo heeft DDR400 geheugen eenzelfde frequentie als DDR2-400. Toch zal het DDR2-geheugen beter presteren. Dat komt omdat bij DDR-geheugen slechts twee bits tegelijk worden uitgelezen, bij DDR2 zijn er dat vier. Daaruit volgt dat de frequentie van het DDR-geheugen twee keer zo hoog is als de frequentie van de systeembus die de processor met het werkgheugen verbindt. Bij DDR2-geheugen is die frequentie vier keer zo hoog, bij DDR3- en DDR4-geheugen zelfs acht keer zo hoog. Welke DDR-generatie je precies in je computer kan gebruiken, is dus afhankelijk van de systeembus op het moederbord. Kijk dus goed in de specificaties van je moederbord na welke geheugentypes er precies op passen vooraleer je geheugenmodules aankoopt.
Het lijkt alsof DDR3- en DDR4-geheugen helemaal gelijkwaardig zijn. Het verschil zit 'm vooral in de stroomspanning die noodzakelijk is. Bij DDR4 is die namelijk kleiner. Dat heeft twee voordelen: de geheugenchips worden minder snel warm waardoor hogere frequenties mogelijk worden, en ze zijn ongeveer 15% zuiniger. Dat laatste heeft weinig impact op het totale stroomverbruik van een gewone PC, maar in datacenters, waar duizenden geheugenmodules gebruikt worden, scheelt dat een flink stuk op het energieverbruik.
Het is niet zo dat DDR3-geheugenchips van verschillende snelheden apart van elkaar geproduceerd worden. Alle fabrikanten maken bij aanvang dezelfde geheugenchips - in het geval van DDR3 zijn er dat van het type DDR3-1600. Wel bestaan er kwaliteitsverschillen tussen de verschillende chips, zelfs op een zelfde productielijn. Na fabricage worden de chips getest. Chips die minder goed presteren worden op goedkopere DDR3-1333 of zelfs DDR3-1066 geheugenmodules geplaatst. Chips die beter presteren dan verwacht, komen op duurdere DDR3-1866 of DDR3-2133 geheugenmodules terecht.
Wanneer je een bepaald type geheugenmodule op een moederbord plaatst, wordt die automatisch door het BIOS herkend. Je hoeft daarvoor dus niet zelf aan BIOS-instellingen te morrelen. Op elke geheugenmodule heeft de fabrikant immers een tabelletje met instellingen van die geheugenmodule geplaatst, dat door het BIOS kan worden uitgelezen: de SPD of serial presence detect. Sommige geheugenmodules beschikken over een tweede tabelletje, de XMP (extreme memory profiles), met gegevens over de onofficiële prestaties die door de fabrikant zijn getest. Zo kan de SPD een maximale snelheid aangeven van 1600 MHz, terwijl de XMP duidelijk maakt dat 2133 MHz haalbaar is, samen met de instellingen van voltage en dergelijke die die hogere snelheid mogelijk maakt. Dat laatste is erg interessante informatie voor overklokkers.
Wanneer een computer te traag gaat, is het uitbreiden van het werkgeheugen een mogelijke oplossing. Maar daar zijn grenzen aan: je kan niet ongebreideld werkgeheugen toevoegen aan een computersysteem.
De belangrijkste grens wordt wellicht opgelegd door de chipset op het moederbord van je computer. Die is immers geprogrammeerd tot een bepaalde capaciteit aan werkgeheugen - meer is er niet mogelijk. De limieten die de chipset oplegt zijn te vinden in de documentatie van het moederbord. Vaak worden ze ook vermeld bij de specificaties van het moederbord in online winkels.
Besturingssystemen vormen een tweede limiet. Zo is het in 32-bits besturingssystemen sowieso nooit mogelijk om meer dan 4 GB werkgeheugen aan te spreken - tenzij gebruik gemaakt wordt van physical address extension, maar dat helemaal beschrijven zou hier te ver leiden. Beschik je over een grafische kaart die ook een deel van het werkgeheugen aanspreekt, dan is er voor het besturingsssyteem zelfs minder beschikbaar. Een 64-bits processor kan tot maximaal 16 EB aan geheugen adresseren. Maar als je had gedacht dat je met je nieuwste 64-bits Windows-versie zulk fenomenaal geheugen kan gebruiken, zal je teleurgesteld worden.
Ontwikkelaars van besturingssystemen hebben maximale limieten gesteld aan de geheugencapaciteit die kan gebruikt worden. Dat is het gevolg van de manier waarop de kernel van het besturingsssysteem en sommige services werden geprogrammeerd. In de tabel kan je zien wat de maximale geheugencapaciteit is die 64-bits Windows-versies kunnen aanspreken. Zelfs als je meer geheugencapaciteit op het moederbord steekt, zal er niet meer dan de aangegeven limiet van gebruikt worden.
Voor andere besturingssystemen dan Windows is de maximale limiet afhankelijk van de gebruikte hardware.
64-bits Windows-versie | Max. RAM |
Windows 7 Home Basic | 8 GB |
Windows 7 Home Premium | 16 GB |
Windows 7 Pro / Enterprise / Ultimate | 192 GB |
Windows 8 Home | 128 GB |
Windows 8 Pro / Enterprise | 512 GB |
Windows 10/11 Home | 128 GB |
Windows 10/11 Pro | 2 TB |
Windows 10/11 Enterprise | 6 TB |
Windows Server 2012 Essentials | 64 GB |
Windows Server 2012 Standard | 4 TB |
Windows Server 2016 | 24 TB |
Windows Server 2019 | 24 TB |
Windows Server 2022 | 48 TB |